De Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam, Kloveniersburgwal 48, beantwoordt de vraag: Is er in de wetenschap ruimte voor religie, bij de entree met het opschrift: ‘Geschiedenis van de hermetische filosofie’, ‘Religiewetenschappen’, ‘Europese studies’ en ‘Geschiedenis’.
Er is dus ruimte in de wetenschap voor religie, maar hoe en in welke mate, blijft de vraag.
Historicus Jan Romein bedacht de term Algemeen Menselijk Patroon[A.M.P.] om vervolgens te constateren dat de Europese geschiedenis vanaf de zeventiende en achttiende eeuw een uitzondering vormt op het A.M.P..
Het Newtoniaanse wereldbeeld, ‘De Crisis van het Europese bewustzijn’ (Paul Hazard), Amerikaanse en Franse revoluties, en de West-Europese kolonisatie van vier continenten, manifesteren die uitzondering, met religie en wetenschap in de hoofdrol.
De visueel-symbolische schok op 9/11, 2001 betekent een keerpunt in deze hoofdrol. Het Westerse machtsmonopolie, resultaat van de symbiose tussen religie, wetenschap en technologie, in combinatie met politieke, agrarische, industriële en economisch-financiële (r)evoluties, lijdt onherstelbaar gezichtsverlies in de niet-Westerse wereld.
‘War on Terror’ is het doelbewuste antwoord van de USA. Resultaat: een zevenvoudige toename van terreur in het eerste decennium van de 21steeeuw. De vraag naar de relatie RELIGIE & WETENSCHAP wordt belangrijk. Kunnen geesteswetenschappen antwoord geven op de polarisatie tussen christendom en islam? Is de polarisatie van godsdienstige aard, of primair een politiek-postkoloniaal probleem?
Religies blijken intern en onderling te verschillend om hen tot één woord te herleiden. Niet voor niets kent het Nederlands twee woorden, ‘godsdienst’ en ‘religie’. Elias Canetti gebruikt hiervoor de woorden ‘dierlijk’ en ‘plantaardig’.
Jodendom, christendom en islam zijn ‘dierlijk’. Een openbaring aan Mozes, Jezus en Mohammed ‘materialiseert’ de sprong naar de Ene Ware God.
Canetti noemt animisme, hindoeïsme, taoïsme, shintoïsme, boeddhisme ‘plantaardig’. Hier geen sprong naar Absolute Waarheid. Het plantaardige is verbonden met al het bestaande: materie en geest zijn een levende eenheid.
Het onderscheid tussen plantaardig en dierlijk is belangrijk maar niet absoluut. Het moet ons niet blind maken voor wederzijdse beïnvloeding. Islam in Indonesië vormt vanouds een bovenlaag op zijn ‘plantaardige’ tradities. Het actuele geweld lijkt vooral een postkoloniaal fenomeen.
Er is een ander belangrijk verschil. Het christendom is een orthodoxereligie: de ware leerstaat centraal. Jodendom en islam zijn een orthopraxisreligie: hoe je handelt, is belangrijker dan wat je werkelijk gelooft. De ware leerdomineert sinds de eerste kruistocht [1095] het christelijk bewustzijn. Christendom en Europa worden synoniemen; kruistochten het begin van antisemitisme met een anti-Arabisch en een anti-Joods gezicht. Strijd om de ware leersinds Reformatie en Contrareformatie in de 16deeeuw, de bron voor Europa ‘s godsdienstoorlogen.
Is ‘de ware leer’ belangrijk voor ‘religie en wetenschap’?In hoge mate!
Mijn these: er bestaat een creatief verband tussen Christelijke orthodoxie en de ontdekking van het Newtoniaanse wereldbeeld.
De (hypo)these lijkt onwaarschijnlijk in het licht van dogma’s als universele erfzonde; maagdelijke ontvangenis van Maria, of Jezus als Godmens. Bovendien is sprake van een machtige kerkelijke Inquisitie. Giordano Bruno wordt in Rome levend verbrand (1600); Galileo tot levenslang veroordeeld (1633); Spinoza uit de Portugees-Joodse synagoge verbannen en voor eeuwig vervloekt (1656). En toch ontstaat in diezelfde eeuw een filosofisch-wetenschappelijke revolutie, uniek is in de wereldgeschiedenis. Deze mentale revolutie wordt het fundament van Europa ‘s uitzondering op Romeins ‘Algemeen Menselijk Patroon’.
De inspiratie voor de these dank ik aan Ioan Petru Culianu [1950-1991], historicus van religies aan de Universiteit van Chicago. Ioan Culianu heeft een scherp oog voor de kracht van de verbeelding als bron van nieuwe inzichten. De grens van onze verbeelding is de grens van onze werkelijkheid. Mythen, poëzie, beeldende kunst en sciencefiction zijn belangrijk. Dus ook de eeuwenoude teksten over het ‘bovennatuurlijke’ in de Christelijke orthodoxie.
Dit inzicht opende mijn ogen.
Isaac Barrow en Isaac Newton konden vanuit hun geloof in een bovennatuurlijke orde een relatie leggen naar absolute tijd en absolute ruimte. De bovennatuurlijke orde en hun absolute ruimte & absolute tijd behoren tot eenzelfde referentiekader.
De geometrische orde is een denk- en vormentaal die bovennatuurlijke‘waarheid’ en ‘schoonheid’ het dichtst benadert. Alleen vanuit zo’n orthodox-christelijke traditie kan men het ‘ondenkbare’ denken. De God denkbaar, denkbaar de God, een roman van W.F. Hermans uit 1956, is een voorbeeld van deze ‘logische’ denkstijl vanuit een radicaal secularisme.
De theoloog Isaac Barrow definieert in Geometrical Lectures(1683) tijd als een ééndimensionale rechte lijn die zich vanaf het heden tot in het oneindige voortzet, homogeen van aard, en in gelijke delen deelbaar.
Hetzelfde geldt voor de driedimensionale ruimte.
Isaac Newton [1643-1727] verklaart:
“Ik definieer tijd, ruimte, plaats, en beweging niet, zoals goed bekend aan allen. Ik moet slechts opmerken, dat de gewone mensen deze kwantiteiten
alleen begrijpen onder noties die zij in relatie tot zichtbare objecten dragen.
En van daaruit ontstaan bepaalde vooroordelen, voor wiens verwijdering het passend is hen te onderscheiden in absolute en relatieve, ware en schijnbare, mathematische en gewone.
- Absolute, ware en mathematische tijd, van zichzelf, en vanuit zijn eigen natuur, stroomt gelijkmatig zonder relatie tot iets uitwendigs, en onder een andere naam, duur (duration) wordt genoemd: relatief, zichtbaar, en gewone tijd, is een zintuiglijk en uitwendig (ofwel accuraat of ongelijkmatige) maat van duur door middel van beweging, welke gewoonlijk gebruikt wordt in plaats van ware tijd; zoals een uur, een dag, een maand, een jaar.
- Absolute ruimte, in zijn eigen natuur, zonder relatie tot iets uitwendigs, blijft altijd gelijk en onbeweegbaar. Relatieve ruimte is een beweeglijke dimensie of maat van de absolute ruimte; welke onze zintuigen bepalen door zijn positie ten opzichte van lichamen; en welke gewoonlijk gezien wordt als onbeweeglijke ruimte.*
De Verlichting bereikt een hoogtepunt in het Newtoniaanse wereldbeeld dat voor het eerst in de menselijke geschiedenis, ruimte en tijd in absolute begrippen definieert, onafhankelijk van seizoenen, zon, maan en sterren, kortom, onafhankelijk van Aarde en Kosmos.
Het Newtoniaanse wereldbeeld snijdt de navelstreng tussen natuur en cultuur door. Het tijdsbewustzijn maakt zich los van de natuur, van het lichaam en van ruimte. Het transformeert de idee van de oneindige ruimte dat Pascal in de zeventiende eeuw nog angst inboezemt, in een positief idee. Een oneindig-toekomstige tijd neemt bezit van de Europese geest. Prometheus breekt los, grenzeloos en tijdloos.
Aarde en Kosmos reageren met een klimaatverandering.
In De valkuil van de rechte tijdlijn, een voordracht in Paradiso voor de Amsterdamse Hogeschool van de Kunsten, september 1990, schets ik hoe
Leibniz, Goethe en William Blake, een andere richting inslaan. Zij beseften de implicaties van het Newtoniaanse wereldbeeld, die perfect functionerende planetaire orde, waarin alles is bepaald als in een gigantisch mechanisch uurwerk. De Romantiek is geboren maar onafscheidelijk verbonden met het nieuwe wereldbeeld. Wetenschappers, filosofen en kunstenaars richten de blik op oneindig, en werken stap voor stap aan de afbraak van oude betekenissen, en daarmee van oude vormen. Men is gedoemd origineel te zijn. Want hoe kunnen we niet naar originaliteit streven als TIJD slechts voorwaarts stroomt! Waar vinden we de originaliteit tenzij in de binnenkamers van ons bewustzijn, door Rainer Maria Rilke Weltinnenraumgenoemd. Volgens Rilke kan het woord nergens anders bestaan dan binnen ons. Een nieuwe mythe, de mythe van binnenwereld en buitenwereld, subject en
object, is geboren en zoals alle mythen, openbaart ook deze mythe zich als waarheid.
De burgerij verovert in de revoluties van 1776 en 1789 de politieke macht.
Met nog meer elan en kracht dan daarvoor zal de burgerij kennis en macht laten samenvallen. Het koestert voor zijn emotionele en sensitieve-erotische behoeften de wereld van de kunsten, waarvoor het vanaf 1800 tempels bouwt.
Het Newtoniaanse wereldbeeld wordt de kraamkamer van de moderniteit:
Absolute, ware en mathematische tijd, van zichzelf, en vanuit zijn eigen natuur, stroomt gelijkmatig zonder relatie tot iets uitwendigs, en onder een andere naam, duur (duration)wordt genoemd.
De toekomst raakt zwanger van religieuze en seculiere dromen. 60 miljoen Europeanen verlaten tussen 1860-1940 hun land, op zoek naar een beter leven, niet beseffend dat Newton ‘s TIJD geen essentie of inhoud kent. The Statue of Libertyis naamloos; alleen een uitgestrekte arm in één richting, landwaarts.
Maar de relatie ‘religie & wetenschap’ bevat nog een andere paradox dan de overgang van een goddelijke bovennatuurlijke orde naar Absolute Tijd en Absolute Ruimte. De idee van een voorwaartse, toekomstige tijd vindt een ‘pendant’ in het Bijbelse scheppingsverhaal, zondeval en verdrijving uit het Paradijs, de kruisdood van Jezus als toekomstige verlossing, en zijn Terugkeer aan het einde der tijden als apotheose.
Er ontstaan religieuze en wetenschappelijke interpretaties dankzij Newton ’s absolute tijd: men interpreteert Newton ’s denkbare tijd als werkelijke tijd. De nieuwe verbeelding durft te denken in een nooit eindigende Vooruitgang. Opstanden en oorlogen uit het verleden transformeren door de idee ‘Vooruitgang’. Revoluties worden een Opstand-met-Idee. ‘De ware leer’ gaat als denkvorm naadloos over in de orthodoxie van Verlichting en secularisme. Filosofen en historici leren denken vanuit een onomkeerbaar proces, want Evolutie wordt denkbaar; Economie een nooit eindigend groeiproces. Het Newtoniaanse paradigma belichaamt Nieuwe Wetenschap, Nieuwe Wereld op basis van TIJD als Vooruitgang.
Newton’s voortstromend tijd wordt niet alleen de inspiratie voor een puriteins en evangelisch messianisme maar ook voor zijn joodse en islamitische varianten. De ‘dierlijke religies’ van Elias Canetti verschillen minder van elkaar dan men doorgaans geneigd is te denken.
Het voorlaatste woord in dit essay is aan de filosofen Alfred Ayer en Arne Naess. Zij debatteerden met elkaar op een zonnige avond in De Internationale School voor Wijsbegeertete Leusden. Het was de eerste van vier debatten in het International Philosophers Project. De meest bekende van de vier is het duel tussen Noam Chomsky en Michel Foucault.
Maar vanuit mijn ervaring als moderator, gaat mijn voorkeur uit naar het debat tussen Ayer en Naess: een dialoog in de letterlijke zin van het woord.
Zelden hebben twee filosofen zo diepgaand, zo helder, zo consistent en begripsvol tot op het scherp van de snee elkaar bestreden.
Het ging dan ook om niets meer en minder dan het verschil tussen beider wereldbeeld: het logisch-empiristische wereldbeeldvan Sir Alfred Ayer, en het ecologisch-holistisch wereldbeeldvan Arne Naess.
Ayer: Yes, maar hoe meet je de diepte van een probleem?…
Naess: Hoe meten we? Well, dat is een van de diepste vragen van allemaal. Hoe weten we?
Het belangrijkste verschil in hun gesprek gaat over de relatie tussen feiten en waarden. Ayer trekt een scherpe lijn tussen feiten en waarden, terwijl Naess argumenteert dat de mysteries van het kennen een connectie inhouden tussen de kenner en het gekende.
Weten we werkelijk wie we zijn, en zien wij werkelijk wat we zien?Zijn er niet veel meer aspecten en mogelijkheden dan we aannemen? Waar begint het ‘Ik’ en waar eindigt het ‘Ik’?
De laatste uitspraak van Sir Alfred: Als je mij werkelijk hardhandig onder druk zet, moet ik toegeven dat niet-overspelige feiten niet bestaan / ‘unadulterated facts don’t exist’.
Het laatste woord over religie en wetenschap is aan de lezers:
zouden ideeën als die van:
Abu Bakr ibn al-Arabi [1165-1240],
Er is geen god dan God; er is geen andere werkelijkheid dan Werkelijkheid;
Spinoza [1632-1677]: God ofwel Natuur,
of Arne Naess [1912-2009]: Ecologie als de ultieme eenheid van alle levende wezens,
zouden deze ideeën kunnen samenvloeien in een bevrijdende visie voor de 21steeeuw? Waarom vasthouden aan de mythe en de idee van een niet-bestaande onomkeerbare tijd, als tijd sowieso niet als onafhankelijke entiteit bestaat? En in plaats daarvan met Eduardo Galeano beseffen dat de geschiedenis nooit afscheid van ons neemt, maar alleen zegt: ‘Tot later’? *
Fons Elders
filosoof, historicus
emeritus hoogleraar ‘Theorie van de levensbeschouwing’ en ‘systematische humanistiek’, Universiteit voor Humanistiek te Utrecht
dir. elders special productions bv
Le Barry, 4 Rue de Budos, St. Jean de Valériscle 30960, Gard, France
Kapberg, IJsselmeerdijk 18-b, 1473 PP Warder, the Netherlands
- [1972], Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, third edition, with variant readings (in two volumes), edited by Alexandre Koyré, I. Bernard Cohen, and Anne Whitman, Cambridge, MA: Harvard University Press. de auteur.
- Caroline de Gruyter nrc 5 mei 2018
Blake
Fons Elders
filosoof, historicus
emeritus hoogleraar ‘Theorie van de levensbeschouwing’ en ‘systematische humanistiek’, Universiteit voor Humanistiek te Utrecht
dir. elders special productions bv
Le Barry, 4 Rue de Budos, St. Jean de Valériscle 30960, Gard, France
Kapberg, IJsselmeerdijk 18-b, 1473 PP Warder, the Netherlands
- [1972], Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, third edition, with variant readings (in two volumes), edited by Alexandre Koyré, I. Bernard Cohen, and Anne Whitman, Cambridge, MA: Harvard University Press. de auteur.
- Caroline de Gruyter nrc 5 mei 2018
De plaat van Newton “on the bottom of the sea of time and space”, het principe dat hem gevangen hield, is van 1795. De zee is het esoterische symbool van de materiële wereld, de zee van de 5 zintuigen.
Blake was een tegenstander niet van Newton’s ontdekkingen, maar van wetenschappelijk reductionisme. “Soft Beulah’s Night”, beulah is hebreews, “gekoppeld, getrouwd”, het is het rijk van he onderbewuste waaruit dromen en visioenen komen, ook het rijk van de liefde.
Now I a fourfold vision see,
and a fourfold vision is given to me.
Tis fourfold in my supreme Delight,
and threefold in soft Beulah’s Night.
And twofold Always, may God us keep
from Single vision and Newton’s sleep.
William Blake, 1802